WERKDRUK EN ZZP'ERS
OMDAT ZE HET ANDERS NIET REDDEN
Zes op de tien zorgverleners onder de 35 kiest voor flex of zzp’erschap
Tekst Karen de Jager Beeld iStock/PeopleImages Illustratie Françoise Nick

MAATSCHAPPELIJKE DISCUSSIE OVER KWALITEIT ZORG NOODZAAK
De zorgen over het groeiend aantal zzp’ers in de zorg neemt toe. Bij zorgmedewerkers, bij werkgevers, bij de overheid, bij de pensioenfondsen en bij de FNV. Omdat de continuïteit en de kwaliteit van zorg in het geding zijn. Maar de overstap van vast naar flexwerk komt niet uit de lucht vallen. Veel zorgverleners nemen die stap om ‘normaal’ te kunnen werken.
Meer zeggenschap krijgen over werkdagen en -tijden staat met stip bovenaan (62 %) als reden om uit loondienst te gaan en voor zelfstandigheid of flex te kiezen. Op twee staat een betere werk-privébalans (50 %). Meer salaris is voor 36 procent aanleiding voor die keuze en 32 procent noemt meer vakantiedagen als reden, aldus de Zorgbarometer. Ook vermindering van administratieve lasten wordt genoemd.
Tegelijkertijd vertrekken veel werknemers helemaal uit de zorg. Zorgverleners nemen ontslag omdat ze behoefte hebben aan betere werkomstandigheden, blijkt uit onderzoek van Pensioenfonds Zorg en Welzijn. De werkomstandigheden zijn de afgelopen jaren alleen maar verslechterd. Dat leidt tot torenhoge verzuimcijfers, groot verloop en uitstroom. Werknemers worden overvraagd en onderbenut door werkgevers. Hun professionaliteit wordt ondermijnd, ze kunnen hun vak niet meer verantwoord uitoefenen.

Irritaties
Maar zzp’ers wordt het niet gemakkelijk gemaakt. Niet door de wetgeving en niet door de praktijk. Op de Facebookpagina van FNV-kraamzorg beschrijft een collega hoe ze de stap naar het zzp’erschap ervaarde en waarom ze toch op haar besluit terugkwam.
‘In het begin voelde ik me hemels, geen druk van een organisatie, geen planning die in je nek hijgt, het is druk, ik krijg het niet rond, kan je niet extra werken, je krijgt maar korter vrij, et cetera. En natuurlijk niet te vergeten het salaris dat ik eraan over hield. Ik had mijn zaakjes goed geregeld. Zo moest er aardig wat geld opzij gelegd worden. Maar toch hield ik met één gezin per maand onder de streep meer over dan mijn vijftig-procent-contract bij een werkgever, en daar moest ik ongeveer twaalf tot vijftien dagen per maand voor werken. Toch ben ik daarna twee gezinnen per maand gaan draaien om er ook echt financieel beter van te worden. Ik was gelukkig. Na één jaar zzp’erschap begonnen mij echter dingen te irriteren. Zoals 24/7 op wacht zitten. Een zwangere bevalt gemiddeld tussen de 37 en 42 weken. Dat betekent, zelfs met één klant of gezin per maand, dat je gewoon 24/7 op wacht zit. Dat je binnen enkele uren opgeroepen kan worden. Je kunt nooit te ver van huis gaan. Ik was een keer een dagje aan het winkelen in een stad aan de andere kant van het land, toen ik werd gebeld met het bericht dat vliezen waren gebroken, dat de weeën elkaar snel opvolgden. Dat resulteerde erin dat ik mijn dagje winkelen moest onderbreken en huiswaarts ging. Dat kon ook voor niets zijn, als het dan toch ineens medisch werd door bijvoorbeeld pijnstilling. En ik maar in loondienst denken dat een wachtdienst van zestien uren erg was.’ Ook sociale zekerheden als pensioenopbouw, doorbetaling bij ziekte, samenwerken met andere collega’s en zekerheid van werk waren redenen waarom zelfstandigen eventueel in een vast dienstverband terug wilden.
Integere keuzes
‘Externe inhuur is broodnodig bij piek en ziek, vindt de FNV. Maar het lijkt erop dat de wensen van flexwerkers en zzp’ers voorrang krijgen bij het maken van roosters. Dat is de omgekeerde wereld. De vaste werknemers worden vervolgens ‘opgezadeld’ met de zwaardere en weekenddiensten, vaak uren achter elkaar. Van bijkomen is dan geen sprake en steeds meer uitval dreigt. Sociale en collegiale normen staan onder druk. Bestuurder Elise Merlijn ziet het met grote zorg aan en pleit voor integere en toekomstgerichte keuzes. ‘Laat het geld niet wegstromen naar detacheringsbureaus. Zorg ervoor dat dat geld terecht komt bij degenen die dag en nacht klaar staan om de nodige zorg te verlenen. Investeer in een juiste beloning, sociale zekerheden, een betere balans tussen werk en privé en gezonde roosters. Dan daalt de behoefte aan flexwerk.’ Een ruime meerderheid is het erover eens: tachtig procent van de werknemers in loondienst en eenenzestig procent van de flexwerkers vindt dat de continuïteit van de zorg verbetert met meer vaste medewerkers. En die zorg, daar gaat het ook werknemers om. De FNV wil een zorginfarct niet afwachten en roept op tot een maatschappelijk debat over de zorg.

ZORG VOOR GEZONDE ROOSTERS EN EEN BETERE BALANS WERK-PRIVÉ
ZORGBAROMETER 2022
Zes op de tien zorgmedewerkers onder de 35 jaar overweegt de overstap van loondienst naar flexwerk of zzp’erschap. Bij andere leeftijdsgroepen is dat gemiddeld drie op tien. Dit is één van de conclusies uit de meest recente FNV Zorgbarometer. Aan het onderzoek deden 4.550 zorgprofessionals mee: 4.168 in vaste dienst, 523 als zzp’er of flexwerker. Sommige zorgmedewerkers werken deels als zzp’er en deels in vaste dienst. Ze zijn werkzaam in de gehandicaptenzorg, verpleeghuiszorg, ziekenhuizen, kraamzorg, thuiszorg of geestelijke gezondheidszorg.
Waardering
De meeste zzp’ers en flexwerkers ging het bij hun keuze voor een contract niet direct om het salaris. Maar het speelt wel degelijk mee. Al ruim twintig jaar lopen zorgmedewerkers negen procent achter in loonontwikkeling vergeleken met werknemers in het bedrijfsleven. Recent FNV-onderzoek laat zien dat geldgebrek en financiële onzekerheid leiden tot ingrijpende keuzes. Eén vijfde van de 28.000 ondervraagde leden zei bezoeken aan de dokter te minderen. En 46 procent maakt zich zorgen over het betalen van de zorgverzekering. Ook zorgmedewerkers zelf. Bij vijf tot tien procent vindt loonbeslag plaats.
‘Er moet een structurele loonsverhoging komen. Een bonus is leuk, maar alleen als aanvulling op die loonsverhoging,’ vindt Elise Merlijn die nu met de ziekenhuizen aan tafel zit voor de nieuwe cao. Daar ligt een stevige looneis op tafel, een optelsom van een inhaalmanoeuvre en compensatie voor de inkomenscrises die Nederland teistert. Ook recent onderzoek van Stichting IZZ geeft aan dat één op de vijf zorgverleners zelf zorg mijdt vanwege financiële problemen. De FNV vindt dat het eigen risico van zorgmedewerkers door de overheid gecompenseerd moet worden als er sprake is van een beroepsziekte, zoals bij Long COVID.

DE FNV WIL EEN ZORGINFARCT NIET AFWACHTEN