KINDEROPVANG
MEDEZEGGENSCHAP AAN ZET
Tekst Karen de Jager Beeld Sven van der Vlugt
Niet-groepsgebonden uren (NGU) blijven een heet hangijzer in de kinderopvang. Pedagogisch medewerkers worden daar dagelijks mee geconfronteerd. Maar de mazen in het net worden kleiner. Dankzij aanvullende afspraken in de cao-kinderopvang die begin juli zijn vastgelegd. Bij de uitvoering speelt medezeggenschap een belangrijke rol.
De cao-onderhandelingen voor 2023 waren bijzonder. In februari werden de loononderhandelingen afgerond met de afspraak dat andere onderwerpen nog verder zouden worden uitgewerkt. NGU was zo’n onderwerp. Sandra Koelewijn is pedagogisch medewerker bij BLOS Kinderopvang, lid van de or en ze zat als gedelegeerde van de Branche Advies Raad (BAR) bij de onderhandelingen. ‘Ondanks eerdere cao-afspraken krijgen pedagogisch medewerkers (pm’ers) nog steeds onvoldoende niet-groepsgebonden uren voor specifieke werkzaamheden. Het invullen van het kind-volgsysteem bijvoorbeeld. Dat vergt concentratie en is onmogelijk te combineren met je werkzaamheden ‘op de groep’ zonder in te leveren op aandacht voor de kinderen. Maar ook stofzuigen en dweilen. Dat is geen licht huishoudelijk werk dat een pm’ers zou moeten doen, laat staan op de groep. Daar zouden schoonmakers voor moeten zijn.’ Sandra Koelewijn verwacht dat met de uitgewerkte afspraken meer aandacht komt voor de problemen met de NGU en dat werknemers hun rechtmatige NGU krijgen.
Hebben jullie hier als or al wat mee gedaan?
‘Door onze oude or is in 2020 al met de directie afgesproken dat er een ondernemingsafspraak zou komen. Welke taken vallen in onze organisatie binnen NGU? Nu hebben we om een eindreportage gevraagd. Zijn de omschreven werkzaamheden in de praktijk tijdens niet-groepsgebonden uren uitgevoerd? Volgens de nieuwe afspraken is de werkgever per 1 april komend jaar verplicht hierover verantwoording af te leggen aan de or. Een medewerker die een ‘NGU-taak’ krijgt, heeft recht op NGU en kan die bedingen.’
Maar dat is niet het enige waar je enthousiast over bent?
‘Het levensfasebudget (LFB) is mijn stokpaardje,’ verzucht ze. ‘En eindelijk is er iets mee gedaan. Ik erger me er al jaren aan dat dat budget niet werd geïndexeerd. Werkgevers wilden er niet aan, ook niet omdat er nauwelijks gebruik van het LFB gemaakt zou worden. Ze wilden eerst een onderzoek naar de behoeften van werknemers aan zo’n voorziening. Daaruit bleek dat het uitblijven van indexering één van de factoren was waarom werknemers er geen gebruik van maakten. Dat hadden ze van tevoren zelf ook kunnen bedenken. Een lang verhaal kort: het bedrag dat je spaart, wordt nu omgezet in uren. Zo wordt de waarde automatisch geïndexeerd.’
Niet alle afspraken moeten door medezeggenschap verder uitgewerkt worden.
Het waak- en rouwverlof is bijzonder in de ogen van Vincent Moll, teamleider bij Wij zijn jong en lid van de onderhandelingsdelegatie. ‘Gelukkig heb ik er zelf nog niet mee te maken gehad. Maar het is vreemd als je automatisch vrij krijgt bij het overlijden van je grootvader waar je misschien nooit contact mee had, maar niet als je beste vriend overlijdt.’ Nu heeft een medewerker volgens de cao het recht om hierover maatwerkafspraken te maken, ook als het niet om directe familieleden gaat.
Kinderopvang krijgt vakbondsconsulenten
Werknemers in de kinderopvang kunnen zich laten opleiden tot vakbondsconsulent. Ze krijgen uren om vakbondswerk te doen binnen hun eigen organisatie. Na een zesdaagse opleiding kunnen ze collega’s ondersteunen bij gesprekken met de werkgever of leidinggevende, hulp bieden bij individuele vragen of doorverwijzen naar de juiste instantie. Werkgevers hebben ingestemd met een pilot.