INTERVIEW
Professionalisering in de kinderopvang
TAALONTWIKKELING WORDT STEEDS BELANGRIJKER
Tekst Karen de Jager beeld Claudia Kamergorodski

'IK HEB KINDEREN UIT CONGO, INDIA, RUSLAND, OEKRAÏNE EN SYRIË'
Het werd geen kleinkunstacademie, maar kinderopvang. En terugkijkend op haar carrière tot nu toe, is dat precies wat bij haar past. Judith Lionarons herkent bij zichzelf dezelfde intense betrokkenheid bij haar vak die haar vader had. Hij was arts en het enige dat telde, was het ziekenhuis.
Het is rustig op het speelplein van het kinderdagverblijf met naschoolse opvang in Amstelveen. Het is vakantietijd. Acht kinderen in de leeftijd van drie en vier rennen achter elkaar aan, ze spelen tikkertje. Een jongetje lijkt een beetje buiten de boot te vallen en één van de juffen roept hem bij zich. ‘Kom maar even hier,’ ze trekt hem naar zich toe en hij leunt even tegen haar aan en bekijkt het spel nu van een afstandje. Dat bevalt hem blijkbaar prima. Een ander jongetje zit op de grond met zijn benen door het hek dat de speeltuin afbakent van de publieke ruimte. Niet lang, want de juf vindt het toch een beetje gevaarlijk. Hoge bomen omringen het lage gebouw met de grote ramen waar het licht van twee kanten naar binnenvalt. Twee groepslokalen, een gymzaal die ze delen met een medisch orthopedisch centrum, een hal met kasten tot aan het plafond, vol met materiaal, en een kantoor. Aan de andere kant huist het medisch orthopedisch centrum waarmee nauw wordt samengewerkt.
LOGO3000
Judith Lionarons heeft ook ‘buitendienst’, maar omdat de helft van de kinderen op vakantie is, heeft ze tijd om uit te leggen hoe ze te werk gaat. Ze heeft geen doorsnee groep, als die al bestaat natuurlijk. ‘Ik heb kinderen uit Congo, India, Rusland en Oekraïne (niet gevlucht voor de oorlog) en een meisje uit Syrië. Vijf ochtenden in de week spelen en leren de kinderen.’ Met de professionalisering in de kinderopvang is taalontwikkeling steeds belangrijker geworden. ‘We leren er steeds meer over,’ zegt Judith Lionarons. ‘De gemeente Amstelveen bood een training aan over het gebruiken van LOGO3000, een methode voor kinderen tussen de twee en vier jaar om op het niveau te komen dat nodig is om naar de basisschool te kunnen. Dat is voor ons een extra uitdaging met kinderen die uit een ander land komen, die geen Nederlands spreken en bij wie thuis vaak geen woord Nederlands wordt gesproken. Sommige kinderen komen hier twee ochtenden, dat komt neer op vier uur Nederlandse les. Wij doen wat we kunnen en proberen ook de ouders te stimuleren om Nederlands te leren.’ Aan de hand van thema’s leren de kinderen woorden door te horen en te doen. Per thema zijn er woordmappen en praatplaten vol woorden die met elkaar te maken hebben. ‘Het thema nu is zomer: dus zonnetjes plakken, puzzelen met schelpen, verhaaltjes vertellen over strand, ijsjes knutselen, liedjes zingen. Het moet tastbaar worden. De kring is een perfect moment om met de kinderen in gesprek te gaan. Op een gegeven moment heb ik gewoon een handdoek gepakt en ben ik erop gaan liggen. Alle kinderen lachen natuurlijk. Maar zo snappen ze het snel. Voor deze kinderen is niet alles zo vanzelfsprekend. Ze komen uit een ander land met andere seizoenen en andere gewoontes. Het is belangrijk daarop in te spelen. En alles gaat spelenderwijs, ze zitten tenslotte nog niet op school. Dat komt snel genoeg.’

'VOOR DEZE KINDEREN IS NIET ALLES ZO VANZELFSPREKEND'
Op 1 januari 2021 woonden in Amstelveen 18.486 mensen met een niet-Nederlandse nationaliteit. Dat is twintig procent van de totale Amstelveense bevolking (ter vergelijking: heel Nederland in 2020: 7 procent). In totaal wonen in Amstelveen 139 verschillende nationaliteiten.
'ALLES GAAT SPELENDERWIJS'
Waardering
Observeren is bij deze groep nog belangrijker dan in een groep van alleen maar Nederlandse kinderen. ‘Ze moeten zich veilig voelen en dat is moeilijker als je uit een andere cultuur komt en niemand je verstaat en jij niemand verstaat. Vertoont zo’n kind afwijkend gedrag, is dat dan een gevolg van dat onveilige gevoel, of is er meer aan de hand? Is er sprake van onderliggende problematiek en wat is die dan? Soms halen we één van onze ‘buren’ erbij van het pedagogisch medisch centrum. Het is mooi als we eventuele problemen kunnen voorzien voor ze naar de basisschool gaan.’
Hoewel ze soms ook wel eens het ‘oude’ gevoel krijgt dat kinderopvang voor sommige ouders weinig meer is dan oppassen, ervaart Judith Lionarons waardering voor professionaliteit. Sommige ouders vragen ook wel eens advies. Ze wil haar kennis graag delen. ‘Alleen doen ze er weinig mee. Misschien komt dat ook door het verschil in cultuur? Als ik naar Indiase ouders kijk, lijkt het alsof ze super strikt en streng zijn, maar aan de andere kant krijgen ze alles wat ze willen. Wat kan ik doen als ze vertellen dat hun kind thuis alleen voor de tv wil eten? Ze lijken geen grenzen te stellen, maar gaan onderhandelen. Ik kan uitleggen dat dàt niet werkt, maar ik kan ouders niet zeggen wat ze moeten doen’, zegt ze met enige spijt in haar stem. Dan kijkt ze op. Het is tijd om naar binnen te gaan. De kinderen rennen op hun korte beentjes voor haar uit, de gang van het gebouw in. Nog even, en dan zit voor Judith Lionarons haar werkdag erop.

DIT DOET DE FNV
Begin deze maand is de inzetbrief voor de nieuwe cao Kinderopvang verstuurd naar de werkgevers. Die inzet is bepaald door de antwoorden op de enquête die door 3.891 collega’s is ingevuld. De onderhandelingen beginnen half september. Op de facebookpagina FNV Kinderopvang kun je de ontwikkelingen op de voet volgen.