GEHANDICAPTENZORG
Ria en Cheyenne Vink
DE MEESTEN HEBBEN GEEN IDEE WAT GEHANDICAPTENZORG IS
Tekst Karen de Jager Beeld Keek fotografie
JONG GEWEND AAN MENSEN MET BEPERKING
Het was heel gewoon dat in de woning van een zorginstelling voor mensen met een beperking, de dochters van Ria Vink, begeleider B, aan de keukentafel zaten. Samen met cliënten. Eén van die dochters, Cheyenne Vink, werkt nu ook in de gehandicaptenzorg. Bij dezelfde werkgever, Bartiméus in Doorn. Natuurlijk wel op een andere woning.
‘Ik wist toen aan die keukentafel al dat ik dit soort werk wilde doen,’ zegt Cheyenne Vink. Ze koos voor de hbo-opleiding en rolde het vak in. Inmiddels is ze coördinerend begeleider bij Bartiméus en ambassadeur voor de gehandicaptenzorg. Ria Vink begon als schoonmaker en groeide door tot begeleider A. Met enige regelmaat trekken ze samen de voordeur achter zich dicht en rijden in Ria’s grijze Nissan Qashqai naar Doorn. ‘We kletsen wat over het werk, over zaken waar we tegenaan lopen. Dan zet ik Cheyenne voor haar woning af en rij ik door naar de mijne.’ In de woning ‘van’ Ria Vink wonen zeven cliënten die allen zorg nodig hebben. Eén heeft meerzorg, daarom staan ze met hun drieën. ‘We zijn een soort familie. Ook al kunnen veel cliënten niet praten, als er met één van hen iets is, voelen ze dat direct. Dagbesteding komt aan huis. Ons werk bestaat uit het runnen van de huishouding, opruimen, medicijnen regelen, cliënten wassen en aankleden, met ze wandelen, eten verzorgen. Iedereen moet gevoerd worden. De tijd vliegt voorbij. Voor ik het weet, rijden we weer terug naar Culemborg.’
Zichtbaar
Cheyenne was al jong gewend aan mensen met een beperking. Daar was in haar ogen niets vreemds aan. Integendeel. Ze zat, vaak samen met haar zus, met ze aan de keukentafel als haar moeder aan het werk was. Ze tekenden en kletsten met de cliënten. Ria Vink: ‘De cliënten vonden het leuk en vroegen ook vaak wanneer de meisjes weer kwamen. Natuurlijk konden ze alleen komen als het rustig was.’ Maar mensen die geen familielid of bekende hebben die tot deze groep behoort, hebben eigenlijk geen idee. ‘Die kijken naar de televisieserie Down met Johnny en denken dat dat de doorsnee mens met beperking is,’ zegt Cheyenne Vink. Ze ziet het als één van haar taken als ambassadeur om dát beeld van de gehandicaptenzorg en haar cliënten bij te stellen. ‘We doen deze mensen tekort. Maar we doen ook onszelf tekort. Het is niet goed voor de sector. De arbeidstekorten nemen alleen maar toe. Ook omdat studenten die interesse hebben voor ons vak, verrast worden door wat dat inhoudt. Ze zien alleen de leuke kant, maar dan komen ze tijdens een stage op een woning en daar kan het opeens zomaar helemaal niet zo gezellig zijn. En dan haken ze af.’
In 2020 deed Cheyenne, samen met elf andere professionals, als eerste mee aan de leergang ambassadeur gehandicaptenzorg, een initiatief van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Eén van de doelen is gehandicaptenzorg zichtbaar maken in al zijn verscheidenheid.
Emancipatie
Als ambassadeur geeft Cheyenne Vink gastlessen op scholen. ‘Ik begin altijd met een vraag. “Wat denken jullie dat ik doe in de gehandicaptenzorg?” Dan blijkt dat ze maar een beperkt beeld hebben van het werk. Dat het zou gaan om mensen in een rolstoel of met een verstandelijke beperking. Ik werkte met cliënten met moeilijk verstaanbaar gedrag en had te maken met veel agressie. Dit zijn mensen die zelfstandig zijn, soms een baan hebben, mij niet altijd nodig hebben, maar vaak ook wel. Daar begrepen ze helemaal niets van. Dat mensen met Down, zoals in de serie met Johnny de Mol, toch niet zelfstandig zijn. Dat ze echt geen mensen wilden wassen. Juist als werknemers in de sector kunnen wij wat aan die beeldvorming doen. Uiteindelijk - juist als je vanuit je praktijk vertelt en kunt overbrengen wat je kunt betekenen - voel je de sfeer in de klas veranderen.’ De opleiding tot ambassadeur gaf Cheyenne een wapen in handen om op te komen voor de sector. Lang dacht ze: “Ik weet dat er veel issues zijn, maar wat kan ik eraan doen?” Dat denkt ze nu niet meer. Ze sloot zich aan bij de FNV en stond pal voor haar vak tijdens de protesten vorig jaar maart op het Paardenveld in Utrecht. Haar moeder is nog geen lid, maar wie weet.


SAMEN DE VOORDEUR DICHTTREKKEN